Vijfjarige tijdvakken en de peildatum van de waardebepaling

Net als bij de grondbelasting kent de onroerendezaakbelasting (OZB) telkens een vijfjarig tijdvak waarvoor de waarde vastgesteld wordt. Aan het begin van ieder vijfjarig tijdvak ligt de waardepeildatum van alle onroerende zaken waarvoor de OZB tot belastingheffing leidt. Hiermee wordt bedoeld dat de waardering van deze onroerende zaken geschiedt tegen het prijspeil per het begin van zo’n vijfjarig tijdvak.

Voor het eerste vijfjarig tijdvak in de OZB, lopend van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2018, geldt dus dat de belastingheffing gebaseerd is op het prijspeil per 1 januari 2014 en dat die waarde onder normale omstandigheden vervolgens 5 jaar lang geldt.

Als uitzondering op deze regel geldt de situatie dat de waarde van de onroerende zaak in de tussentijd redelijk ingrijpend verandert door verbouwing, aan- en bijbouw, verbetering, afbraak, vernietiging (bijvoorbeeld brand) etc. In een dergelijk geval wordt een nieuwe waarde bepaald met ingang van het begin van het jaar volgend op het jaar waarin de waardeverandering heeft plaatsgevonden. Deze nieuw vastgestelde waarde wordt voor de OZB alleen gebruikt voor de belastingheffing als de wijziging meer dan 5% van de eerdere waarde bedraagt en minimaal 
NAf. 25.000.